
De Romeinse wortels van de stad geopenbaard
De geest van het verleden dynamisch in beeld gebracht


De oorsprong van de stad
De Nederlandse stad Utrecht werd rond het jaar 50 na Christus gesticht door de Romeinen. Langs de Rijn bouwden ze een fort, een zogenaamd castellum, als onderdeel van de Nedergermaanse Limesgrens en verdedigingszone. De resten van dit castellum liggen vier meter verborgen onder het Domplein, het plein naast de beroemde Domtoren, dat nu in het hart van de stad ligt. Daar bovenop markeren verschillende lagen de geschiedenis van de stad. Stichting Domplein wilde dit verleden van de stad zichtbaar én tastbaar maken. Als onderdeel van het daaruit voortvloeiende project, dat ook een bezoekerscentrum op het Domplein en rondleidingen en evenementen omvat, bedachten we een manier om de historische castellummuur en zijn betekenis voor de geschiedenis te laten zien.

Kleine ingreep, grote betekenis
Het ontwerp bestaat uit een reeks kleine ingrepen met grote betekenis. De ondergrondse castellummuur wordt in het straatvlak gemarkeerd door een doorlopende lijn van cor-ten stalen elementen, direct boven de originele Romeinse muur gepositioneerd. Bezoekers die het plein betreden ervaren deze lijn alsof ze over de drempel van het historische fort stappen. In de elementen is een kaartachtige afbakening van de grenzen van het Romeinse Rijk gegraveerd, waarbij het castellum zelf als onderdeel van de hele verdedigingslinie wordt weergegeven.



Lichtspektakel
Als de avond valt komt vanuit deze lijn een kleurrijke mist uit de grond. Als een etherische muur van licht projecteert het op de omgeving. De geschiedenis van de plek wordt zo zichtbaar gemaakt, maar blijft tegelijkertijd ongrijpbaar en is zo een duidelijke hedendaagse projectie van wat er ooit was.
Bij speciale gelegenheden en feestdagen wordt de mist geïntensiveerd tijdens zonsopgang en zonsondergang, waardoor een nog dramatischer overgang naar het plein ontstaat. Afhankelijk van de specifieke gebeurtenis en omstandigheden verandert deze mist van kleur.
