Ruimte voor de Vecht

de opgave

Zoals veel rivieren heeft ook de Overijsselse Vecht een probleem met de waterveiligheid. Het risico op en de schade bij een overstroming worden steeds groter. Ingrijpen is noodzakelijk geworden. Maar er speelt meer rond de Vecht. De landbouw zit in de knel, het toerisme gaat achteruit, de aanleg

van de Ecologische Hoofdstructuur wil maar niet vlotten, en zo voort. Dit is voor 11 partijen de aanleiding geweest om tezamen een masterplan op te stellen voor de ontwikkeling van de Vecht en het Vechtdal

 

Gezamenlijke droom

Los van het maken van een visie, is het de vraag ‘wiens visie’ er verwoord wordt. Essentieel voor het uitvoeren van plannen is een breed draagvlak essentieel. OKRA is gevraagd om de 11 partijen op één lijn te krijgen in hun ambitie. Belangrijk is dat het ambitiedocument geschikt is voor interne én externe communicatie. Het meenemen van de bevolking is in dit opzicht wezenlijk geweest, omdat de opgave ver van hun af stond. Het huidige Vechtdal wordt door haar bewoners erg hoog gewaardeerd. De insteek om gezamenlijk de opgave aan te scherpen en de constatering van ‘het is al goed hier’ om te zetten in: ‘het kan nog beter’.

 

Vijf statements gevat in beelden

De ambities voor de Vecht en het Vechtdal zijn verwoord in vijf statements.

Het manifest laat in beelden de uitgangssituatie zien, wat mooi is en wat het probleem is.

Allereerst wordt gesteld dat het gaat om de volle winst van de levende rivier te halen. Om te bescherming te bieden tegen overstromingen moet de Vecht meer ruimte krijgen, wat kansen biedt om de meer natuurlijke loop van de rivier terug te brengen en natuur te ontwikkelen.

Vervolgens wordt ingezet op winterbed als een grote open ruimte voor landbouw, natuur, recreatie en landschap. De functies worden in die ruimte weer in balans gebracht, waarbij er een onderscheid gemaakt wordt tussen bovenstrooms en benedenstrooms.

De rivier wordt gemaakt tot voorkant van het Vechtdal. De rivier kan een verbindende schakel zijn voor wonen, werken en recreëren in het gebied. Dat vraagt om fronten op strategische plekken, waar  de Vecht toegankelijker gemaakt wordt en zo de rivier nadrukkelijker zichtbaar gemaakt wordt.

Bezoekersstromen worden georganiseerd, zodat het Vechtdal decor kan zijn voor diverse activiteiten, maar grote publiekstrekkers niet rust en natuur in andere gebieden verstoren.

En ‘last but not least’: Het Vechtdal moet manifest gemaakt worden. De Vecht verbindt plaatsen, mensen en verhalen en die rijke geschiedenis is te gebruiken om een beleefbaar landschap te maken, waarin authenticiteit wordt verbonden met nieuwe programma’s. Van een verscholen rivier, niet beleefbaar voor de automobilist die het Vechtdal doorkruist, en evenmin voor de wandelaar of de fietser die het gebied secuurder verkent, wordt het landschap dat van een beleefbare halfnatuurlijke laaglandrivier.